HTC is de fabrikant van het Vive-ecoysteem en heeft al een hele tijd aparte VR-trackers in zijn assortiment zitten, waarmee lichaamsdelen of objecten met een hogere nauwkeurigheid getracked kunnen worden in virtual reality. Momenteel worden deze Vive Trackers vooral gebruikt in specifieke VR-software van bedrijven en in het virtuele VRChat. Vooral benen zijn heel erg moeilijk te berekenen in virtual reality – aparte trackers zoals de Vive Trackers of Sony Mocopi zouden daar dus verandering in brengen.
De huidige HTC Vive Tracker 3.0 werd al gelanceerd in 2021 voor een prijskaartje van $130 per stuk, maar bleek niet heel erg populair te zijn. Naast de sensoren zelf zijn er ook SteamVR Tracking basisstations vereist – en de meeste VR-headsets maken tegenwoordig geen gebruik meer hiervan.
HTC heeft echter een nieuwe, kleinere variant aangekondigd die in het derde kwartaal van 2023 moet verschijnen. De Vive Self-Tracking Trackers bevatten twee ingebouwde camera’s en een ingebouwde processor – net zoals de Quest Pro controllers – om de tracking inside-out te kunnen doen. Met andere woorden – voor nauwkeurige tracking is geen basisstation vereist en moet de tracker ook niet in het zicht zijn van de VR-headset. Ook goed om te weten: de functionaliteit is niet beperkt tot de headsets van HTC zelf, aangezien er ingebouwde ondersteuning is voor de OpenXR standaard.
Verder heeft HTC ook gewerkt aan het verkleinen van de trackers. Deze nieuwe self-tracking variant moet de helft zo groot als de reguliere Vive Tracker 3.0. De laatstgenoemende zal trouwens ook nog beschikbaar blijven, aangezien inside-out tracking enkel goed werkt in goede lichtomstandigheden en de versie met basisstations in andere gevallen een degelijk alternatief blijft.
Een richtprijs voor de Vive Self-Tracking Tracker werd nog niet bekendgemaakt.