De afgelopen jaren is er heel wat interessante en relevante rechtspraak geweest i.v.m. oneerlijke concurrentie en monopolistische posities, telkens met de grote spelers (big tech) die stevig inzetten op de metaverse. Deze bedrijven worden door sommige experts beschouwd als ‘gatekeepers‘ tot de metaverse. Een overzicht van voorgaande (en lopende) juridische strijden rond mededinging biedt dus zeker een handige stand van zaken.
Rechtspraak #
Oneerlijk voordeel voor Internet Explorer #
De eerste anti-competition rechtszaak i.v.m. is die van United States v. Microsoft Corp. Daarin werd er gesteld dat Microsoft zijn monopolistische positie van Windows misbruikte ten voordele van het met Windows meegeleverde Internet Explorer. De zaak werd uiteindelijk gewonnen door het Departement van Justitie van de VS. Die wilde in eerste instantie Microsoft opbreken in twee bedrijven – enerzijds voor de besturingssysteem en anderzijds voor de andere software, iets waar de rechter mee akkoord ging. In 2001 werd er echter – na beroep – een minnelijke schikking geregeld voor een lagere straf. Er werd onder andere bekomen dat Microsoft zijn API moest delen met derde partij en PC-fabrikanten de optie moest geven om niet-Microsoft software mee te leveren. Echter was het voor Microsoft nog steeds toegestaan om software (zoals Internet Explorer) te leveren samen met het Windows besturingssysteem. Of deze zaak dan ook een ‘echte’ overwinning bleek voor de Verenigde Staten is twijfelachtig.
Beleid rond App Stores en een “Apple/Google Tax” #
Achtergrondinformatie #
Sinds de release van de Nintendo Entertainment System in 1986 werd aan de ontwikkelaars van games een standaardkost opgelegd van 30%, terwijl ze zelf 70% van de verkoopprijs mochten houden. De kost van 30% was bestemd voor het leveren van de cartridge, al verschoof dit in latere gaminggeneraties naar CD’s, DVD’s, Blu-Rays en online diensten (zoals het verzorgen van een downloadstore). Deze “30% tax” werd zelden als oneerlijk gezien, vooral omdat consoles vrijwel altijd in een beginstadium werden verkocht met verlies. Dit verlies recuperen via softwareverkopen wordt in deze industrie dan ook als normaal beschouwd.
De 30% tax bleef een standaard voor vele generaties en platformen. Zo is het gemeengoed geworden in de markt van PC Gaming (Steam), PlayStation, Xbox, Nintendo, alsook de mobiele app stores op Android en iOS. Vooral bij de laatste twee wringt het schoentje hard: smartphones worden nooit met verlies gekocht waardoor hogere softwarekosten minder te rechtvaardigen vallen. De kans is groot dat Meta ook deze industry-standard 30% tax toepast in de Meta Quest Store. De afgelopen jaren is er echter een verschuiving gebeurd met lagere kosten. In 2018 verlaagde Steam lichtjes de kosten, maar enkel voor grotere ontwikkelaars of publishers. In 2020 besloot Apple om de App Store commissie te verlagen naar 15% voor kleine ontwikkelaars, en Google volgde een jaar later. De lagere commissie van 15% zou gelden op het merendeel van de ontwikkelaars, volgens Google zelfs voor 99%.
Deze 30% commissie – die vaak ook de “Apple tax” wordt genoemd – geldt ook voor in-app aankopen, hoewel de regels daarover niet altijd even duidelijk zijn. Voor abonnementen zoals Spotify en Netflix geldt bijvoorbeeld een lager tarief. De klachten van Spotify hebben zelfs geleid tot een antitrust zaak in de Europese Commissie omdat Spotify de “Apple tax” oneerlijk vond in vergelijking met Apple Music, de concurrent van Apple zelf die uiteraard geen 30% taks zou moeten betalen. De EC buigt zich nog over de problematiek en onderzoekt verdere aanklachten i.v.m. anti-mededingingswetgeving.
Experts zoals Matthew Ball verwachten dat smartphones een grote rol geen spelen als ‘toegangsdevice’ tot de metaverse. Dat betekent ook dat de 30% “Apple tax” op (in)-app aankomen eigenlijk een 30% metaverse tax zou worden. Deze kostencommissie van 30% is een pak hoger dan de winstmarge van KMO’s van 10% (Ball, 2022). De vraag rijst dan ook onmiddellijk: hoe kan dit duurzaam zijn?
Om een voorbeeld te schetsen: de winstmarge van Roblox op iOS bedraagde in 2022 een negatieve 30% (Ball, 2022). Met andere woorden, een gigantisch bedrijf als Roblox draaide puur verlies op iOS. Bovendien is het ook zo dat de 30% Apple Store tax vrij controversieel is: een virtueel item verkopen zou onderhevig zijn aan de 30% commissie, maar wie op de Amazon app een computer bestelt, betaalt daar geen cent commissie op naar Apple. Een paar sneakers kopen in de Nike app? Geen enkel probleem en volledig gratis, zelfs als er bij die sneakers digitale items meegeleverd zijn (zoals een virtueel paar). Vanaf je het virtueel paar apart gaat verkopen, echter, geldt de taks van 30%. Verwarrend en vaak niet eenduidig dus.
Epic Games v. Apple #
Epic Games, de maker van onder andere Unreal Engine en populaire games zoals Fortnite, besloot om in 2020 tegen de App Store policy in te gaan van Apple en een alternatieve betaalmethode te voorzien in Fortnite, buiten het betalingskanaal van Apple. Dit deed Epic omdat het de “Apple tax” of het percentage van de inkomsten dat als kost betaald moet worden aan Apple met 30% veel te hoog vond. De kosten voor betalingen via een derde partij bedroegen slechts 12%. Dit was echter volledig tegen de regels van Apple en het duurde dan ook niet lang vooraleer de app – en het ontwikkelaccount van Fortnite – uit de App Store verbannen was. Epic Games verwachtte deze zet en het mondde uiteindelijk in de rechtzaak Epic Games v. Apple uit.
De rechter oordeelde dat hoewel er anti-competitieve aanwijzingen waren vanuit Apple toe, het over de gehele lijn niet in schending was met de geldende wetten (9 op de 10). Het bedrijf schond wel de California Unfair Competition Law omdat het niet mogen vermelden van alternatieve betaalkanalen als anti-competitief wordt gezien. Apple wordt ook niet beschouwd als een monopolie, iets wat Apple zeker in het voordeel speelt. Het vonnis vermelde tevens dat Epic Games schuldig werd verklaard aan contactbreuk met Apple toen het opzettelijk een andere betaalmethode toevoegde en werd een schadevergoeding opgelegd van 3.6 miljoen Amerikaanse dollar.
Beide bedrijven dienden beroep in. Apple wou dat een voorlopig bevel i.v.m. anti-steering praktijken teniet werd gedaan. Epic Games daarentegen gaat niet akkoord met de beslissing van de rechter dat Apple geen monopolie is. In 2023 verloor Epic Games ook in hoger beroep, al ging de rechter wel akkoord dat Apple zich bezighoudt met consumentonvriendelijke praktijken, die weliswaar geen inbreuk maken op de Amerikaasen anti-trust wetgeving. Wel bevestigde het Hof van Beroep dat Apple externe links voor betalingen in apps moet toelaten.
Epic Games v. Google #
Tegelijk met de rechtzaak tegen Apple heeft Epic Games een erg gelijkaardig dossier ingediend tegen Google. Epic Games vindt het kostenpercentage van 30% in de Google Play Store ook te hoog en klaagt anti-competitieve praktijken aan. Zo claimt Epic dat hoewel Android wél alternatieve app stores toelaat, het gebruikers actief ontmoedigt om dit te doen vanwege veiligheidsredenenen. De kans bestaat dat deze rechtzaak vooral in het gezicht van Epic opblaast: Google diende niet veel later een tegenaanklacht in wegens contractbreuk van Epic games. Gezien het precedent van de contractbreuk van Epic met Apple lijkt dit nu al een gewonnen spel voor Google.
Nederlandse mededigingsautoriteit vs. Apple #
De Nederlandse anti-trust mededingingsautoriteit sleepte Apple voor de rechter omdat het een specifieke wet op dating-applicaties schond. Volgens de autoriteit heeft Apple een monopolistische positie op betaalkanalen in datingapps. Apple loste de zaak niet meteen op, wat leidde tot boetes van enkele miljoenen. Uiteindelijk ging Apple wél mee in het verhaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit, maar voor de consument of de ontwikkelaars veranderde er echter bitter weinig. Apple liet eindelijk andere betaalkanalen toe voor dating apps buiten de App Store om, maar vroeg hier alsnog een commissie van 27% voor – amper 3% lager dan vroeger. Tel bij die 27% ook nog eens de transactie- en verwerkingskosten van een derde partij (zoals Mastercard, Bancontact, PayPal…), en dan blijft het bedrag voor de ontwikkelaars quasi hetzelfde. Ookal is de Nederlandse regulatie bij definitie van de wet nu meer competetitief, kan men hier zich ook afvragen of dat nu echt wel het geval is.
Zuid-Koreaanse mededingingsautoriteit vs. Apple en Google #
Een erg gelijkaardig voorval vergeleken met de rechtzaak hierboven. Zuid-Korea heeft een wet geratificeerd waarin staat dat mobiele app stores verplicht zijn om externe betaalkanalen van een derde partij toe te laten voor in-app aankomen. Zowel Google en Apple pasten snel hun app store aan en maakten het mogelijk voor ontwikkelaars om third-party betaalkanalen te gebruiken. Echter werd er nog steeds een App Store commissie gevraagd van 26% – een verlaging van amper 4 procent. Opnieuw hetzelfde verhaal: bovenop die 26% moeten er nog eens transactiekosten bijgeteld worden, iets wat niet van toepassing is bij de ‘gewone’ app store commissie. De nettowinst, om het zo te verwoorden, is voor ontwikkelaars dus opnieuw vrij beperkt.